Le Marche: bergland van culinaire doorzetters
door René Zanderink en Wijnand Luttikholt
Oktober 2016
Le Marche ligt in Italië ter hoogte van Toscane en Umbrië, aan de Adriatische kust, maar deze regio kent geen mondaine trekpleisters als Florence, Pisa of Assisi. Sinds augustus weet Le Marche door de vele aardbevingen helaas de internationale aandacht op zich gevestigd, van de Adriatico tot de Apennijnen en de Monti Sibillini. Volgens een plaatselijke legende waken de Sibille rond de Monte Vettore sinds mensenheugenis over deze bergen en hun volken. De Sibille drogen hun tranen en steunen de bewoners in de wederopbouw zoals zij dat ook zovele vorige keren hebben gedaan.
Wij waren in oktober tussen de twee grote aardbevingen in, in het noordelijke deel van Le Marche. Gelukkig ondervond deze prachtige streek, ook door de eeuwen heen, weinig of geen schade door de verschrikkelijke bevingen. In tegenstelling tot de grote trekpleisters in Toscane, moeten de noordelijke Marken ‘het slechts doen’ met pareltjes als Urbino, de kustplaatsen Pesaro, Fano, Senigallia, en met de vele kleine, idyllisch op heuvels gelegen burchten. Voor wie op rustige wijze door het serene Marchegiaanse landschap wil rijden om te genieten van soms tot op 2300 meter hoogte gesitueerde rustieke vestingdorpjes, is in dit deel van Italië van de Adriatische kust tot de bergen in het binnenland op zijn plek.

Hier wordt de verwende reiziger geconfronteerd met unieke culinaire hoogstandjes, zoals voortreffelijke wijnen, truffels, grot- en putkazen, of gewoon een kopje espresso voor het luttele bedrag van één euro. Wij beleefden gedurende vier intensieve culinaire dagen een selectie van wat de streek te bieden heeft en kwamen in contact met enkele Godfathers van de Slow Food beweging.
Kardinaal Pandolfi (1764-1835) wist het wel als hij vanuit Venetië over de Via Flaminia een van de beroemde Romeinse handelsroutes richting Rome reisde. Een route waar nog altijd de geplaveide delen van zichtbaar zijn. Hij sliep dan graag in de gelagkamer van de burcht van Cartoceto di Fano. In dit dorpje, halverwege Pesaro en Urbino, zijn immers de lekkerste wijnen, kazen en olijfolie van de hele streek geconcentreerd. Niet minder dan vier verschillende DOC’s worden hier onderscheiden. En dat is uniek, want geen dorp in Italië heeft er meer dan vier volgens Vittore Beltrami. Deze culinaire samensmelting was er al in de tijd van Pandolfi en eigenlijk is er sindsdien niet veel veranderd. Het dorpje is nog steeds niet ontdekt door de grote massa.
Op zoek naar een van de Godfathers van Slow Food ontmoetten wij, Vittorio Beltrami, een kruising tussen Einstein en Dalí, die al in de jaren ’70 met biologische bedrijfsvoering begon. Hij riep zijn eigen keurmerken en protocollen in het leven, omdat er nog geen officiële waren. Velen beschouwden hem als een dorpsgek, maar bijna vijftig jaar later heeft hij gelijk gekregen: de door hem geproduceerde olijfolie en kazen vinden hun weg naar de internationale connaisseurs. Tel daarbij op dat er ook twee lokale DOC-wijnen (Bianchello del Metauro, Colli Pesaro Rosso) worden geproduceerd en je kan losgaan met genieten. Intense “putgerijpte kaas” Beltrami is een van de ‘founding fathers’ van de Slow Food beweging,

maar deze organisatie vindt hij – althans in Italië – te commercieel geworden. Hij gaat zijn eigen weg met zijn koeien, geiten en schapen en vindt daarin zijn geluk. De kazen die hij maakt met zijn vrouw en familie zijn uniek. Betrami doceert dat het belangrijk is vele producten van over de hele wereld te blijven proeven, want dat bevordert de smaakbeleving. Zo behoud je het goede, maar ontwikkel je ook je producten. Een beetje bijzonder voor een Italiaan, maar wel waar, vinden wij.
Geluk
Soms speelt een geluk bij een ongeluk ook een rol. In de oorlog met de Fransen (eind 18e eeuw) trokken soldaten door het dorp, op zoek naar eten. De bevolking verborg hun kaas in gaten in de zogenaamde tufagrond en dekten die met metselwerk af. Na de oorlog werden deze deksels verwijderd en vonden de Italianen onder de lagen sneeuw – zoals later bleek onder invloed van unieke schimmels – hun kazen terug, die totaal van smaak en kleur veranderd waren. Het waren heerlijke zachte en sterk gerijpte kazen geworden: Ovillis ambrosia. Deze kaas behoort tot een type dat pecorino di fossa (schapenkaas uit de put) genoemd wordt.

Deze soort wordt nog door slechts 14 kaasmakers in Midden-Italië geproduceerd, in gaten die vier tot elf meter diep mogen zijn. De ‘put’kaas is niet anders te omschrijven dan een intense peperachtige smaakbeleving, waarbij je tong nog net niet verbrand wordt en de nasmaak nog lang door suddert. De Beltrami’s houden het bij deze twee gaten, hoewel hun grotkelder volgens ons gemakkelijk ruimte kan bieden aan nog meer gaten.
Genoeg is genoeg
Ze durven het procedé echter niet te imiteren, bang als ze zijn voor verstoring van de schimmelgroei. En ze willen ook niet meer produceren. Genoeg is genoeg, basta! In de ruimte plaatsen ze jaarlijks in oktober bijna 2.000 kazen – ook van andere producenten – en rond 25 november, de dag van Catheria de beschermheilige van de kaasmakers, worden deze uit de meer dan manshoge gaten gehaald. Beltrami’s olijfolie, die ze maken met een meer dan honderd jaar oude olijfpers, staat regelmatig in de top-10 van Italië. Het persen gebeurt volgens de koude discontinue methode met granieten molenstenen. Daarnaast maakt de familie onder het label Gastronomia Beltrami eigen confitures en tapenades. In de delicatessenwinkel enkele honderden meters verderop, net buiten de burcht, worden naast olijfolie ook kaas, wijn, vleeswaren en andere lekkernijen van lokale producenten verkocht. Je waant je er in lang vervlogen dagen en alle g rootheden uit de culinaire wereld zijn er geweest. Ze zijn er trots op, maar gaan er niet prat op.

Alles is hier intens: van ingetogenheid, schoonheid en smaak! Voor € 20,- bieden ze een mooie proefschotel, genoeg voor een lichte lunch voor twee personen. De wijnen die onze proefschotel begeleidden waren van Giordano Galliardi. De witte wijn, Menestrello, had door zijn korte natuurlijke fermentatie op de schil een intens gele kleur en een uitzonderlijke smaakbeleving voor een wijn uit deze streek. We zingen het dan ook graag, net als de minstreel van vroeger waaraan de wijn zijn naam te danken heeft, aan iedereen door.
Verdicchio dei Castelli di Jesi
De beroemdste Marchegiaanse wijn is de Verdicchio dei Castelli di Jesi. Dat is een wijn die bij ons in de jaren ’70 naast de Lambrusco en de Chianti spaarzaam in de schappen te vinden was. Inmiddels hebben de meeste grote wijnproducenten zich op doorgroei (met de door de consumenten gewenste populaire druivenrassen als Sangiovese) en marketing gestort, maar in Le Marche zijn ze op hun eigen methoden blijven vertrouwen: gelijkmatigheid, biodiversiteit (wijn produceren met authentieke lokale rassen) en kwaliteit staan hier voorop. Alleen de klassieke slanke amforafles in de vorm van een vrouwenlichaam vonden we niet meer terug. Die moest net als de raffiafles van de Chianti plaats maken voor een standaardfles. Maar door het verfijnde ontwerp van het etiket en een mooie sophisticated website zijn de makers van Verdicchio toch met hun tijd meegegaan. De Verdicchio is een witte druif die vooral in Le Marche voorkomt.
De Verdicchio is een witte druif die vooral in Le Marche voorkomt.

Buiten de regio verliest de druif zijn kwaliteiten en is hij minder succesvol. Dit heeft wellicht te maken met het feit dat de wijngaarden van Le Marche in vergelijking met die in Toscane aan een andere (oostelijke en daardoor koele) wind blootgesteld zijn. Bovendien zijn ze omringd door hogere bergen, waardoor er een ander microklimaat ontstaat. De naam Verdicchio is afgeleid van de kleur van de druif, “verde” betekent groen en deze wijn is dan ook lichtgeel/groen van kleur.
Er bestaan twee DOC-productiegebieden: de Castelli di Jesi in de provincie Ancona, met in een nauwe cirkel rond Jesi het classico gebied en in Matelica in de provincie Macerata. Door het hoge natuurlijke zuurgehalte levert de Verdicchio niet alleen een frisse witte wijn, maar is hij ook bijzonder geschikt voor de productie van natuurlijk sprankelende, mousserende wijn, de Spumante. Oorspronkelijk werd de betere witte wijn na twee jaar op fles gebracht, maar tegenwoordig worden de Classico en de Riserva ook op hout gelagerd en resp. na drie en vier jaar geleverd. Beide DOC’s worden geproduceerd met een minimum van 85% aan Verdicchio druiven, met de resterende 15% aan andere lokale witte druiven.
De wijnboerderij die wij bezochten, Poderi Mattioli in Serra de Conti (zie www.poderimattioli.it), produceert een wijn van 100% Verdicchio-druiven.

Alleen voor de Spumante methode classico champagne worden 15% Chardonnay-druiven toegevoegd. Dit heeft louter te maken met het feit dat de noordelijke helling uit klei bestaat en dus geschikt is voor de Verdicchio-druif, terwijl de zuidhelling met zijn zandgrond meer geschikt is voor de de Chardonnay.
Die geeft een iets vollere smaak aan de Spumante. De wijngaard is slechts zes ha groot. Groter wil men voorlopig ook niet groeien, omdat op deze manier door slechts één familie kwaliteitswijn gemaakt kan worden. Er wordt onderscheid gemaakt in verschillende ondersoorten: Verdicchio geel (giallo), Verdicchio wit (bianco) en Verdicchio verde (groen). De familie Mattioli produceert de gele variëteit.Verdicchio dei Castelli di Jesi wordt geproduceerd in 21 gemeenten in de heuvels rond Jesi, waaronder naast Serra de Conti ook Cupramontana, Castelbellino, Staffolo en Arcevia. Er worden drie wijnen geproduceerd: de traditionele Classico (meestal 12%, driekwart van de productie), de Superiore (half procent meer alcohol dan Classico) en Riserva (nog een half procent extra). Tijdens de diverse wijnproevrijen proefden we verschillende Verdicchio wijnen, waarvan we de Colle Stefano (Verdicchio di Matelica) zeker nog willen noemen.
Pergola DOC
Rond Pergola wordt sinds enkele jaren door enkele wijnhuizen de Pergola DOC geproduceerd, waarvan de betere Terra Cruda en Villa Ligi zijn. Deze wijn wordt gemaakt van de zeldzame Aleatico druif, die zich door de moderne technieken sinds kort beter tot een bewaarwijn laat produceren. Het is een wijn die zich met een typische, niet makkelijk te vergelijken smaak laat duiden. Op zijn best is het een wijn met lichte hoge tonen en met zijn meer dan 12% alcoholpercentage is het een behoorlijk volle wijn. Een vooral prima rode zomerwijn, terwijl de Riserva ook in de winter prima met kaas combineert.
Le Marche DOCG wijn appellations Conero, Verdicchio dei Castelli di Jesi Riserva, Offida, Verdicchio di Matelica Riserva, Vernaccia di Serrapetrona

Le Marche DOC wijn appellationsBianchello del Metauro, Colli Maceratesi, Colli Pesaresi, Esino, Falerio, Lacrima di Morro d’Alba, Pergola, Rosso Conero, Rosso Piceno, San Ginesio, Serrapetrona, Terre di Offida, Terreni di San Severino, Verdicchio dei Castelli di Jesi, Verdicchio di Matelica
Pasta, Pasta, Pasta
Een ander letterlijk hoogtepunt is de pastafabriek van Gino Girolomoni nabij Montebello in de heuvels oostelijk van Urbino. Gino heeft zijn pastafabriek op de top van een berg gebouwd, vlak naast zijn andere levenswerk, de Monastero di Montebello. Gino stond al in de jaren’70 voor een biodynamische landbouw en wilde de cultuur en goede productie weer dicht bij de mensen brengen. Gino was ook oprichter van het nu internationaal bekende biomerk Alce Nero, maar daar liep hij zelf na afstand gedaan te hebben van zijn merk – wegens onenigheid- niet meer mee te koop.

Zijn ziel en zaligheid stopte hij in de opbouw van een nieuw puur merk onder zijn eigen naam. Vanuit heel Italië (tot aan Sicilië) bezorgen vrachtwagens hier na een tien kilometer lange kronkelweg biologisch graan, afkomstig van het land van 125 boeren, en hij verwerkt dit tot fantastische pasta’s die over de hele wereld verkocht worden.
Waarmee de droom van een ‘dorpsgek’ verwezenlijkt wordt!Toen Gino namelijk 45 jaar geleden in deze arme streek startte en de tot ruïne verworden abdij opkocht, gaven maar weinig mensen hem kans op slagen. Maar ook hier kunnen we niet anders dan concluderen dat hij evenals Vittorio gelijk gekregen heeft en dat doorzetters beloond worden. Een bezoek aan het even verderop gelegen publieksrestaurant van de fabriek leert ons dat de vijf ons aangeboden durum- en speltpasta’s met uiteenlopende vormen en toegevoegde pepers (pepperoni di Andrea) en natuurlijk tartufo (zie verderop) bij de lunch geweldig zijn. Toch staat eenvoud bij deze uit louter water en meel samengestelde pasta’s voorop. Er worden zelfs geen eieren aan toegevoegd. De fabriek heeft een maximale capaciteit van 2.000 kilo per uur. In 2012 overleed Gino Girolomoni en zijn lichaam was daags voor ons bezoek in de kerk van de abdij bijgezet. Vlak voor ons bezoek was zijn kleindochter er gedoopt. Hij hoopte dat zijn kinderen en kleinkinderen het respect voor de natuur en Moeder Aarde in alle eenvoud zouden voortzetten, en dat gebeurt in ieder geval de laatste vier jaar nog altijd succesvol.
Een goede gewoonte
Gianfranco Mancini had een goede baan in het onderwijs. Zijn vrienden waren inmiddels directeur van verschillende fabrieken rond Serra di Conti, en zonder uitzondering niet meer werkzaam in de landbouw. Ze constateerden dat vele producten waar ze als kind mee waren opgegroeid, verdwenen waren. Met weemoed haalden ze verhalen op over de schijfjes van de vijgenworst die ze met wat brood mee naar school kregen, de specifieke zwafelboon die in de vergetelheid was geraakt. En het aloude grano turco, een graan uit een vreemd land, mais dus, was ook al vervangen door een Amerikaanse variant.

Zo besloot deze vriendenclub zich te verenigen in een coöperatief met de naam La Buona Usanza (de goede gewoonte).
Ze klommen in hun vrije tijd weer op een trekker en met hulp van de genenbank van de universiteit van Ancona werden verloren gewassen weer tot leven geroepen. Met hun vrouwen en kinderen werden hiervan weer de typische producten van we leer gemaakt en ook de vijgenworst werd aan het assortiment toegevoegd. Inmiddels is ook La Buona Usanza een succes en verkoopt het zijn producten tot in de USA, waar ooit het proces van de Fast Food begon. Ze zijn er met onze instemming best een beetje trots op. Op circa 45 minuten van de luchthaven ontving Gianfranco ons in de heuvels van Serra de Conti in de cantina van Poderi Mattioli. We kregen een rondleiding door de cantina en smulden van de producten van La Buona Usanza, begeleid door de Verdicchio van Poderi Mattioli. Met name de Ylice 2014 had voor ons een uitstekende prijs/kwaliteit verhouding. Een Tre Bicchieri onderscheiding was dit jonge wijnhuis dus niet voor niets al eens ten deel gevallen.
Honing
Naast wijn, kaas, pasta en truffel kun je je in Le Marche ook verlekkeren aan de honing. Wij waren op bezoek bij de Mieleria, oftewel een honingmakerij, San Lorenzo in Campo, die over duizend bijenkasten beschikt, die ze overal in Le Marche plaatst en voor de kastanje honing zelfs naar de Toscane brengt. De kasten kenmerken zich door 2 kamers welke gescheiden worden door een rooster met mazen groot genoeg voor de werksters, maar niet te passeren door de koningin. In de onderste huist de koningin en de bovenste is voor de productie.

De koningin kan dus alleen eitjes in de onderste bak leggen zodat er bovenin de honing zonder broed (larfjes en poppen) geoogst kan worden.
Deze bovenste onderdelen worden gewisseld voor de honingoogst en in het onderste deel vindt de voortplanting en overwintering plaats. Hier in Italië overwintert een volk dus uit eigen middelen, zonder toevoeging van suiker. orenzo en is er niet elk jaar maar bv. die de honingmaker produceert enkele bijzondere honingsoorten specifiek voor de landbouw en vegetatie in Le Marche. In het voorjaar de Malate (Honingdauw) een resultaat van de leftovers van de luizen op linden (zgn. luizenpoep) alsook van lindebloesem, vervolgens de Acaciahoning, de Kastanjehoning en dan de Zonnebloemhoning.

In Le Marche wordt ook op relatief grote schaal koreander verbouwd. Daar heeft de mieleria dus ook haar volken aan het werk met een mooie speciale korianderhoning als resultaat. De honing uit gebieden met een veelheid van bloesems wordt geproduceerd onder de naam Mille Fiori (duizenden bloemen).
Mirabellen honing is wellicht het vlaggenschip van Mieleria San Lorenzo en is er niet elk jaar maar bv. die De honingmaker produceert enkele bijzondere honingsoorten specifiek voor de landbouw en vegetatie in Le Marche. In Le Marche wordt ook op relatief grote schaal koreander verbouwd. Daar heeft de mieleria dus ook haar volken aan het werk met een mooie speciale korianderhoning als resultaat. De honing uit gebieden met een veelheid van bloesems wordt geproduceerd onder de naam Mille Fiori (duizenden bloemen). van 2014 won diverse prijzen. Een tweede honingsoort van deze klavan 2014 won diverse prijzen. Een tweede honingsoort van deze klasse zult u niet snel ergens anders tegenkomen.Deze Mieleria is een dermate professionele imkerij, qua hygiëne en kwaliteit, productie, zoals je die in deze vorm in Nederland niet zult vinden. Al deze honingsoorten kennen weer bijpassende kaas- en wijntypen. Én honing laat zich heel mooi mengen met verse truffel en zo toe te passen bij een kaasplankje of een dessert met truffel en honing met een Visciola(ta). Het smaakpalet van Le Marche kent geen grenzen!
Birra
Italië kent de laatste jaren een ware revolutie op het gebied van bierproductie. Veel stadjes en bergdorpen hebben inmiddels een eigen kleine brouwerij. Carlo Cleri, werkzaam als docent brandveiligheid, is al van jongs af aan bevlogen door de producten uit de regio. Hij is mede auteur van de Slow Food Bijbel van de Italiaanse bieren. Van wie konden we dan ook beter bij de antipasti in de cantina van Ca’Palazzo een bierproeverij krijgen dan van Carlo Cleri? De belangrijkste brouwerij uit de regio is zonder twijfel Collesi. Hun oorsprong ligt in het maken van grappa. Toen bij een speciale gelegenheid de ambassadeur de grappa wel beviel en hij hoorde dat de verklaring zou liggen in het bergwater van de Monte Nerone, dat bij de productie gebruikt werd, liet hij zich ontvallen:

“Waar goed water is, kan ook goed bier gebrouwen worden”
Sindsdien heeft de jongere generatie met hulp van wat Belgen de bierproductie ter hand genomen. Dat heeft inmiddels geresulteerd in vele internationale prijzen. En dat hebben we geproefd! Ook de bieren van de brouwerij uit Pergola beviel ons uitstekend.
Die is inmiddels door het succes uit zijn jasje gegroeid en verplaatst naar de kustplaats Fano. Birrificio Pergolese. Het etiket is ontworpen door de internationaal bekende Pergolese kunstenaar Simone Massi. Bij het toetje later die avond vertelde Carlo ook nog over de Visner of Visciola(ta), een zoete wijn op basis van gegiste zure kersen en locale aangezoete en gekruide wijn. Een dessertwijn die zijn oorsprong kent in de tijd van de Romeinen. Een viscola laat zich als dessertwijn goed combineren met de vijgenworst van la Buona Usanza.
Speuren naar truffels
Maar weinig mensen weten dat een groot deel van de truffels (tartufo) die in Europa aangeboden worden, uit Le Marche komen. De meest uitgelezen plek voor truffels is Acqualagna, ook wel de ‘hoofdstad van de truffel’ genoemd. Het binnenland van Le Marche kent de ideale groeicondities voor de truffel en zo zijn die mooie heuvels en bergen niet alleen fraai om naar te kijken, maar zijn het ook ware goudmijnen. In dit landschap groeien immers diverse soorten eiken en hazelaars, de enige boomsoorten die een symbiose aangaan met de witte en zwarte truffel!
Truffels zijn ondergrondse paddenstoelen die je naast Le Marche ook in Toscane, Umbrië en Piemonte kunt vinden.

Elke streek heeft zijn eigen truffelsoort. In Le Marche vind je het hele jaar door vrijwel alle soorten. In oktober begint het seizoen van de Tartufo Bianco Pregiato en dat is dan ook de start van de truffelfestivals, waarbij die in Pergola en Acqualagna de belangrijkste zijn.
De witte truffel is de duurste onder de truffels. Internationaal wordt er veel in gehandeld en toprestaurants over de hele wereld hebben een vermogen over voor deze truffel. Tot de Tweede Wereldoorlog was het een min of meer gewoon ingrediënt in de Marchegiaanse keuken, totdat men na de oorlog merkte dat er uit andere streken, vooral Alba, opkopers kwamen. Het heeft echter nog lang geduurd voordat in Le Marche zich bedrijven specialiseerden in de truffelhandel. Rond Acqualagna tref je nu minstens tien truffelhandelaren. De prijs is hier nog steeds veel lager dan in Nederland, zo hebben we gemerkt. In het najaar wordt ook de zwarte herfsttruffel gevonden, een iets sterkere variant van de zwarte zomertruffel (juni-augustus) met een wat aardse zoete geur. De zwarte truffel laat zich in tegenstelling tot de witte goed verwarmen en geeft dan juist een intensere smaak af. De witte truffel wordt vooral rauw over het gerecht geschaafd en geeft zijn beleving vooral door de geur.
Op de Truffelmarkt in Pergola werd de witte truffel aangeboden vanaf € 1.500,- per kilo en de zwarte herfsttruffel vanaf € 300,- per kilo. Onze gastheer Wijnand vond dat nogal duur en hij hielp ons de volgende dag aan verse truffel voor ongeveer 30% minder euro’s. In de periode van 1 september tot de laatste vrijdag van september mogen er geen truffels gezocht worden. Het landschap en vooral de groei van de witte truffel krijgen dan hun kans.Tijdens de truffelseizoenen kun je in Le Marche truffeldemonstraties met speurhonden boeken.

Maar die vinden overwegend plaats in omheinde tartufaia’s, want niemand geeft zijn geheime schatkamers prijs.
Zie je een truffelaar uit het struikgewas komen, dan zal hij zonder twijfel zeggen niets gevonden te hebben, ook al zitten zijn zakken boordevol. Een geschikte hond voor de truffeljacht is de Lagotto romagnolo. Dit bedreven ras heeft de plek ingenomen van varkens die plegen een deel van de truffels zelf op te schrokken. Ook brengen zij schade toe aan de bodem, in het bijzonder aan het mycelium, het ondergrondse, wijd vertakte wortelstelsel van de truffels zelf. Met de ons vertrouwde speurhonden als een herder mag in Italië niet onaangelijnd gezocht worden. Dat maakt de herder niet geschikt als truffelhond. De truffelaar weet vaak zelf zijn vindplaatsen wel te herkennen, uit de vegetatie of gewoon van de vorige keer. Alleen de hond ruikt dat de truffel maturo (rijp) is en dan is de truffel pas van waarde.
Zoek op internet naar een van de lokale truffelfestivals in oktober en november en reserveer een plekje aan de lange tafels in de speciale culinaire tenten of restaurants van het truffelfestival. Wij genoten van een ongekend driesterren viergangendiner met uitsluitend witte truffels, vis en witte wijnen – afgesloten door een verrassende dolce, een polenta-ijsdessert met truffel. En dat voor € 40,-! Kom daar in Nederland maar eens om. Meer over truffel?
Na lezing van dit alles durven wij te stellen dat Le Marche de strijd met Piemonte en Toscane qua culinaire beleving zeker aan kan gaan. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de overheerlijke verse vis en schelpdieren uit de Adriatische Zee, die deze provincie culinair nog verder omhoog stuwen!
Le Marche is per vliegtuig goed (en goedkoop!) bereikbaar via Weeze en Charleroi direct naar de regionale hoofdstad Ancona of Bologna en vervolgens met de auto ben je ongeveer twee uur onderweg.
Buon viaggio!
René Zanderink; Erfgoedbewaker Ark van de Smaak-commissie, Slow Food Nederland, Auteur Liever Lokaal (beste kookboek 2015)
Wijnand Luttikholt; Vakantiehuis Ca’Palazzo in Pergola (maximaal 30 personen; www.capalazzo.com
Petra van Hees van Barele; Buitengewoon Italië Reizen en Fotografie. (www.buitengewoonitalie.nl)
Redactie: Evert de Rooij, Schrijver Italië reisboeken waaronder Le Marche, ongekend mooi.